In de coronatijd kregen ondernemers belastinguitstel. Daarmee wilde het kabinet levensvatbare bedrijven helpen in economisch uitzonderlijke omstandigheden het hoofd boven water te houden. Maar omdat het om een algemene regeling ging, hebben ook bedrijven die al financiële problemen hadden, gebruikgemaakt van uitstel .
De betalingsregelingen van ongeveer een derde van de 153.000 ondernemers (54.000) zijn beëindigd. Zij hebben samen een schuld van 3,2 miljard euro. De verwachting is dat een groot deel hiervan oninbaar zal blijken. Ook omdat de Belastingdienst niet genoeg mensen heeft, zal een deel van het belastinggeld niet worden ingevorderd.
Inmiddels gaat het kabinet ervan uit dat 3,5 miljard euro aan openstaande schulden niet inbaar is, zo stond in de Voorjaarsnota. Dit is inclusief de schulden bij ondernemers zonder betalingsregeling. Vorig jaar was dat bedrag nog 2,5 miljard. Ondernemers met een betalingsregeling mogen de schuld in kleinere delen aflossen. Maar als zij niet (op tijd) betalen kan de betalingsregeling worden ingetrokken.