Ten eerste de zorgpremie. Die gaat met ongeveer 10 euro per maand omhoog. Dat betekent dat de jaarpremie voor de basisverzekering gemiddeld op ruim 1800 euro terechtkomt. Wat de premie daadwerkelijk wordt, bepalen zorgverzekeraars zelf en dat zal verschillen per zorgverzekeraar en per zorgverzekering.
Het eigen risico blijft op 385 euro staan. Er zijn wel plannen om het eigen risico te verlagen, maar dat zal op zijn vroegst pas in 2027 gebeuren. De zorgtoeslag gaat volgend jaar omhoog, met 6,50 euro per maand.
De koopkracht gaat er gemiddeld met iets minder dan een procent op vooruit. Middeninkomen gaan er het meeste op vooruit en alleenstaanden iets meer dan tweeverdieners. Gepensioneerden profiteren minder van de koopkrachtstijging dan werkenden.
Verder komt er een extra schijf voor de inkomstenbelasting. Er zijn nu twee schijven, een lage en een hoge, daar komt nog een schijf tussen. Daar profiteren lagere inkomens van. Tegelijk daalt de algemene heffingskorting, het bedrag waarmee je je belastbaar inkomen mag verlagen. Door die lagere heffingskorting, gaan lagere inkomens juist weer meer belasting betalen.
Daarnaast gaat de btw op een aantal zaken in 2026 van het lage tarief van 9 procent naar het hoge tarief van 21 procent. Dat betekent onder meer dat sporten, boeken, kranten, theater, museum en hotelovernachtingen duurder worden.
De huurtoeslag, die lage inkomens met een huurhuis ontvangen, stijgt komend jaar met 11,50 euro per maand. Ook gaat de inkomensgrens omhoog, wat betekent dat meer huishoudens aanspraak kunnen maken op de toeslag.
Verder wil dit kabinet de overdrachtsbelasting voor vastgoedbeleggers omlaag brengen, van 10,4 naar 8 procent. Daar profiteren de grote investeerders en de zogeheten huisjesmelkers van.