Nederlanders zijn nog altijd sterk gehecht aan contant geld als een betaaloptie. Dat blijkt uit een meting die uitgevoerd is in opdracht van De Nederlandsche Bank. Een overgroot merendeel van de ondervraagden (92%) zegt dat het kunnen betalen met contant geld in maatschappelijk opzicht belangrijk te vinden.
In persoonlijk opzicht (voor zichzelf) vindt driekwart van de mensen het belangrijk dat contant betalen mogelijk blijft in winkels en andere openbare gelegenheden. Dat is opvallend, want hoewel Nederlanders het belang van contant geld dus expliciet uitspreken, zegt 61% van de ondervraagden nooit, of zelden nog contant te gebruiken in de winkel. Onder jongvolwassen (18 – 29 jaar) loopt dat percentage zelfs op tot 71%. Zij vinden het ook minder vaak belangrijk voor zichzelf om met cash te blijven betalen (65% vergeleken met het gemiddelde van 74%). Toch heeft het merendeel van de Nederlanders doorgaans bankbiljetten (68%) en munten (73%) bij zich. Dat is minder dan in 2023, toen had 79% bankbiljetten bij zich en 81% munten. Ouderen hebben over het algemeen vaker bankbiljetten en/of munten op zak dan jongvolwassenen.
Het belang van contant geld werd onlangs nog onderstreept door het Maatschappelijk Overleg Betalingsverkeer (MOB). Die adviseerde in mei Nederlanders om ook altijd contant geld in huis te hebben om zo op noodsituaties voorbereid te zijn. Het advies luidt om €70 per volwassene en €30 per kind aan contant geld achter de hand houden. Veel Nederlanders zijn wat dat betreft al aardig op weg. Uit deze meting bleek dat een meerderheid van de mensen (59%) al contant geld in huis had liggen om in geval van nood mee te kunnen betalen. 79% van hen had meer dan 70 euro contant geld voor dit doel in huis.